ESA24 in het Europees Parlement in Straatsburg | 10 tot 12 april
240 Europese studenten kwamen van 10 tot 12 april bijeen in het Europees Parlement om over de toekomst van Europa te discussiëren.

In dit Europese verkiezingsjaar wilde de vergadering van Europese studenten een nog grotere impact hebben op het democratische debat. De 240 studenten van 36 Europese universitaire allianties (waaronder de EPICUR-alliantie) hopen dat toekomstige leden van het Europees Parlement (MEP’s) de voorstellen van jonge burgers en studenten uit heel Europa zullen overnemen.

Onder impuls van Europese universitaire allianties wordt het evenement volledig ontworpen en uitgevoerd door een stuurgroep bestaande uit studenten en academisch en niet-academisch personeel van verschillende instellingen voor hoger onderwijs.

De doelstellingen van dit evenement waren:

  • De meningen verwoorden van studenten in de European Student Assembly uit verschillende landen, met verschillende achtergronden, studierichtingen en studieniveaus, allemaal gerekruteerd voor hun inzet en motivatie;
  • Studentenparticipatie binnen de assemblee bevorderen en tegelijkertijd de onderlinge samenwerking verbeteren en de impact en duurzaamheid van het initiatief vergroten;
  • Het bevorderen van deliberatieve processen als middel om de Europese democratie te verjongen en de kloof tussen burgers en besluitvormers te overbruggen;
  • Studenten aanmoedigen om zich bezig te houden met Europese politiek op lokaal, nationaal en Europees niveau en om hun deelname aan democratische processen te vergroten.

Sinds eind januari hebben de 11 panels met bijna 260 studenten gewerkt aan vooraf gedefinieerde thema’s, maar ze hadden de vrijheid om prioriteiten en voorstellen te definiëren in overleg met de experts die ze erbij wilden betrekken.

Terwijl de aanbevelingen tijdens het evenement werden gepresenteerd, besproken en aangepast, beleefden de studenten een echte democratische oefening door over elke aanbeveling te stemmen. Nu er over deze aanbevelingen is gestemd, zullen ze worden verspreid onder Europese besluitvormers (leden van het Europees Parlement, Europese commissarissen, directoraten-generaal van de Europese Commissie) en zullen ze ook dienen om het debat met de burgers aan te wakkeren.