Interview
Waar gaat je project over?
(Christian Dorninger) Het is een ambitieus interdisciplinair project dat onderzoekt hoe Europa de productie van hernieuwbare elektriciteit kan opschalen en uiteindelijk zelfvoorzienend kan worden. In ons hypothetische geval proberen we uit te zoeken hoe we specifieke Europese of nationale doelstellingen op het gebied van hernieuwbare energieproductie kunnen halen, rekening houdend met het feit dat in 2030 42,5% van de Europese energie hernieuwbaar moet worden geproduceerd.
(Stefanie Klose) Daarnaast gaat ons onderzoek in op de complexiteit van de materiaalvereisten voor het bouwen van nieuwe elektriciteitscentrales, kwantificeert het de landoppervlakte die nodig is voor de bouw en voorspelt het de arbeidskrachten die nodig zijn om deze visies te verwezenlijken. Ondanks de uitdagingen die inherent zijn aan deze ambitieuze beoordeling, is het ons doel om de wettelijke kaders en maatschappelijke dynamiek te verkennen die door zowel staten, politici als burgers moet worden doorlopen om een versterkt landschap voor de productie van hernieuwbare elektriciteit te realiseren. Door deze uitgebreide aanpak proberen we niet alleen de technische haalbaarheid te belichten, maar ook de sociaal-politieke determinanten te benadrukken die essentieel zijn voor het bereiken van onze ambities op het gebied van hernieuwbare energie.
(Melis Aras) Dit project is vanuit juridisch oogpunt zeer uitdagend, we werken met de huidige wettelijke kaders binnen de lidstaten en de EU, en soms kunnen nationale/lokale en regionale/Europese milieubelangen niet op elkaar zijn afgestemd. Om onze casus realistisch en betrouwbaar te maken, onderzoeken we conflictgevallen, met name over de ecologische impact van mijnbouwactiviteiten, met behulp van het atlasplatform voor milieurechtvaardigheid(EJAtlas).), en toegang tot gegevens van de Europese Commissie, zoals gepubliceerde nationale energie- en klimaatplannen (NECP’s). We moeten in gedachten houden dat de doelstelling om hernieuwbare energievoorzieningen te ontwikkelen een reactie is op de toenemende klimaatcrisis en dat er een dringende noodzaak bestaat om milieu- en energie-uitdagingen aan te gaan, waarbij de verantwoordelijkheid van Europa in het bevorderen van duurzame praktijken wordt benadrukt.
Hoe heb je je team samengesteld?
(Christelijk)
Ik ontmoette collega’s tijdens een van de EPICamps, toen heb ik contact opgenomen met de wetenschappelijk adviseur van Steffi, omdat we meer mensen nodig hadden die gespecialiseerd zijn in energietransitie. Melis nam deel aan een Interreg-project met de naam “RES-TMO Project“. met Freiburg, dus zo kwamen we in contact met haar.
Wat brengt werken in een transversaal en multicultureel team met zich mee?
(Stefanie) Deze samenwerking biedt een unieke kans om meer inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven op ons specifieke onderwerp en om de volledige reikwijdte van het onderwerp te begrijpen. Zonder de inbreng van een interdisciplinair team zou ik slechts de oppervlakte kunnen afschuimen van een domein waarin ik niet gespecialiseerd ben.
(Melis)
Soms moeten we methoden uit andere vakgebieden, zoals systeemdynamische modellering, in ons werk integreren; het geeft een toegevoegde waarde aan het onderzoek en maakt het impactvoller.
(Christelijk) Elk interdisciplinair onderzoek vereist in de eerste plaats veel discussie. Onze perspectieven en interpretaties van een onderwerp kunnen soms verschillen, dus het is door voortdurende discussie dat we tot een gemeenschappelijk begrip komen en aan een strategie beginnen te werken. Ook al hebben we te maken met hetzelfde eindvraagstuk – milieueffecten en gebruik van hulpbronnen, – onze methoden en methodologie zijn heel verschillend.
Op wat voor resultaten wacht je?
(Christen)
We zouden graag een overzicht krijgen van hoeveel middelen er nodig zijn om duurzaam te worden met alleen hernieuwbare energie, en in hoeverre dit kan worden bereikt binnen de Europese grenzen en de internationale handel die al bestaat.
(Stefanie) Ons doel is om deze inzichten te synthetiseren in een systeemdynamisch model, zodat we de obstakels en potentiële push- en pull-factoren kunnen identificeren die essentieel zijn voor het navigeren door de energietransitie. Uiteindelijk is het ons doel om beleidsaanbevelingen te formuleren met betrekking tot de productie van hernieuwbare energie en de regionalisering van materiaalvereisten in Europa.
(Melis) Ik denk dat we door dit project meer bewustzijn kunnen creëren over de duurzame energietransitie en het regionalisatieconcept. Ons project kan ook enkele inzichten verschaffen in de juridische aspecten van de overgang.